Het verhaal van Martijn van Mourik,

zij-instromer in beroep: direct voor de klas en een bevoegdheid halen.

Martijn hield zich de jaren na zijn studie Bedrijfskundige Informatica voornamelijk bezig met programmeerwerk en het ontwikkelen van websites. Dat deed hij in loondienst, maar ook voor de onderneming die hij nog steeds met zijn broer heeft. Aan de werkzaamheden lag het niet, maar het dagenlang staren naar beeldschermen werd Martijn ruim twintig jaar na het behalen van zijn hbo-diploma teveel. Het werd tijd voor een functie waarin hij ook op maatschappelijke wijze kon bijdragen. 

‘Ik was toe aan meer mensen om me heen en liep al enige tijd met het idee om het onderwijs in te gaan. Toen mijn contract vanwege corona niet verlengd werd, besloot ik scholen te gaan benaderen. Ik werd door een mbo-school in Haarlem met open armen ontvangen: ik mocht direct starten en daarnaast een opleiding gaan volgen. Het lesgeven vond ik heel leuk, maar het mbo was voor mij toch te praktisch. Ik ontdekte dat ik liever vormend bezig wilde zijn en geloof het of niet, toen belde het Regius College in Schagen, een van de scholen die ik in mijn oriëntatiefase had aangeschreven. Ik kon als zij-instromer in beroep direct aan de slag in de bovenbouw van het havo en het vwo. Jazeker, het is absoluut een uitdaging, maar het is net als met autorijden: tijdens de eerste lessen ben je vooral bezig de auto op de weg te houden, maar daarna ben je in staat situaties beter in te schatten.’

‘In februari zit ik halverwege mijn tweejarige opleiding aan de universiteit waarmee ik eerstegraads docent word. Dat deze opleiding grotendeels door de overheid gesubsidieerd wordt, is natuurlijk fantastisch. Tot februari 2024 kan ik dankzij de wettelijke ontheffing gewoon lesgeven, daarna ben ik als alles goed gaat gediplomeerd onderwijzer. De diversiteit binnen het vak vind ik heel aantrekkelijk. Je geeft les, je bent bezig met werkvormen, je stelt proefwerken samen, kortom ik ben continu met verschillende dingen bezig. Het mooie van werken met kinderen is de verrassing van hun onbevangenheid. Volwassenen zien sneller beren op de weg, kinderen zijn nog open minded. Tuurlijk zitten er ook nadelen aan dit werk. Het kan bijvoorbeeld lastig zijn om leerlingen te motiveren. Daarom doe ik mijn best om een band met ze op te bouwen en een goede balans te vinden tussen streng en soepel zijn.’